Begroting 2020-2023

Paragraaf Weerstandsvermogen

Kengetallen

Verloop van de kengetallen

Kengetallen:

Jaar
2018

Begr
2019

Begr
2020

Begr
2021

Begr
2022

Begr
 2023

netto schuldquote

107%

130%

124%

129%

126%

119%

netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

93%

121%

115%

121%

118%

110%

Solvabiliteitsratio

27%

26%

26%

26%

27%

28%

structurele exploitatieruimte

2.0%

-5.6%

-4.7%

0.0%

0.0%

0.5%

grondexploitatie

25%

27%

25%

25%

25%

22%

belastingcapaciteit

103%

100%

102%

102%

102%

102%

Hieronder worden de definities van en toelichtingen op de afzonderlijke kengetallen beschreven. Deze definities zijn nodig, opdat iedere gemeente de kengetallen op dezelfde wijze berekent en de kengetallen over verschillende jaren en ook tussen gemeenten vergelijkbaar zijn.

Netto schuldquote

De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van de medeoverheid ten opzichte van de eigen middelen. De netto schuldquote geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. Met ingang van 2020 zien we na een lichte stijging van enkele jaren een duidelijke daling van het percentage als gevolg van de daling van de langlopende schulden en een stijging van de gemeentelijke exploitatietotaal. De daling van de langlopende schulden komt met name door het gevoerde gemeentelijk treasurybeleid, waarbij de gemeentelijke uitgaven en financiering actief op elkaar afgestemd worden, middels de liquiditeitsplanning, activeren van investeringen in de begroting, koppelen (langere) afschrijvingstermijn aan investeringen, uitstel van investeringen en verhogen exploitatie inkomsten en verlagen exploitatie uitgaven. Het is de verwachting dat vanaf 2021, op basis van de actuele informatie, de daling van de netto schuldquote zich zal voortzetten. Hierbij dient aangetekend te worden dat deze verwachting mogelijk onzeker kan worden als er geen balans is tussen de gemeentelijke inkomsten en uitgaven. Dit blijft een fragiel aandachtspunt, een lichte stijging van de uitgaven kan een stijging van de netto schuld quote betekenen, de debtratio (verhouding tussen inkomsten en uitgaven) is beperkt.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

De netto schuldquote wordt berekend in- of exclusief doorgeleende gelden. Omdat er onzekerheid is of deze leningen wel allemaal terug worden betaald, is het verstandig om dit onderscheid te maken. Op die manier wordt dit risico in beeld gebracht.
De toelichting op de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden is identiek aan de netto schuldquote behalve dat onder de financiële activa ook alle verstrekte leningen vallen (conform art. 36 lid b en c). Zie onderbouwing netto schuldquote. Daarnaast constateren wij een kleine daling van de verstrekte geldleningen wat het percentage positief beïnvloedt.

De solvabiliteitsratio

Deze indicator geeft inzicht in de mate waarin de decentrale overheid in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen.Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het totale balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat conform art. 42 BBV uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten.
De Solvabiliteitsratio laat de komende jaren een stijging zien in deze meerjarenbegroting naar 28%, ruim boven het minimale uitgangspunt (20%) van de gemeenteraad conform het treasurybeleid. De oorzaak van deze stijging ligt in de stijging van het eigen vermogen, met name door het hoger jaarrekeningresultaat. Hiertegenover staat een daling van het totale vermogen mede als gevolg van een daling van het vreemd vermogen.

Kengetal Grondexploitatie

De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen. In artikel 38 BBV lid a wordt gevraagd om in de balans afzonderlijk op te nemen: Grond- en hulpstoffen gespecificeerd naar niet in exploitatie genomen bouwgronden en overige grond- en hulpstoffen. In lid b van artikel 38 wordt gevraagd onderhanden werk te vermelden, waaronder bouwgronden in exploitatie. Op basis van artikel 38 BBV worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken (conform artikel 17 lid c BBV = exclusief mutaties reserves) en uitgedrukt in een percentage.
Het kengetal Grondexploitatie komt de komende jaren redelijk stabiel rond de 25% uit. Dit is een gevolg van de huidige stand van zaken rondom de strategische grondaankoop en -verkoop. Op dit moment zijn er geen concrete verwachtingen voor aan- of verkoop van gronden. Dit percentage kan echter redelijk snel veranderen als gevolg van de lokale strategische ruimtelijke ontwikkelingen en de verdere ontwikkelingen rondom Hasselt om de Weede en Overwaters. Een verdere daling van de grondpositie beperkt de impact van de grondexploitaties op de financiële positie van deze gemeente.  

Structurele exploitatieruimte

De resultaten van de jaarrekeningen uit de afgelopen jaren laten een duidelijke stijgende lijn zien met betrekking tot de exploitatieruimte. Deze stijgende lijn is een duidelijk gevolg van de ontvlechting van de gemeentelijke grondexploitatie van de algemene dienst. De komende jaren wordt op basis van de huidige prognoses in de komende jaren geen positieve exploitatieruimte verwacht. De achtergrond voor dit resultaat zijn de verwachte tekorten in het Sociaal Domein. Deze tekorten worden in de eerste jaren gedekt vanuit de reserve, wat een negatieve invloed op deze ratio. In de vervolg jaren worden deze tekorten gedenkt vanuit de gemeentelijke exploitatie (o.a. Sociaal Domein en IBP)        

Belastingcapaciteit: Woonlasten meerpersoonshuishouden als kengetal voor gemeenten

De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Het Coelo publiceert ieder jaar deze lasten in de Atlas van de lokale lasten. Onder de woonlasten wordt verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente.
In het jaar 2020 stijgen de gemeentelijke woonlasten ten opzichte van het niveau 2019. We houden rekening met een stijging van de afvalkosten bij de ROVA, een inflatiepercentage van 1,5% en de "pas op de plaats" voor de komende 2 jaar rondom het GRP. Op basis van de huidige inschattingen, met betrekking tot de gemeentelijke financiën en landelijke ontwikkelingen op het vlak van kostendekkende tarieven (zoals riool), blijft de procentuele afwijking stabiel (of stijgt mogelijk licht).