Begroting 2020-2023

Paragraaf Weerstandsvermogen

Toelichting risico's Algemene Dienst

Inkomsten

1

Algemene uitkering
De algemene uitkering betreft een sterk schommelende en onzekere Rijksuitkering. De financiële impact van met name de mei- en septembercirculaire kunnen groot zijn voor de gemeentelijke begroting. Het gaat hierbij vooral om de volgende risico’s:

  • Risico’s die voortvloeien uit het verdeelsysteem
  • Risico’s die voortvloeien uit de accressystematiek
  • Integratie-uitkering Sociaal Domein
  • Daling Rijksuitgaven (trap op- trap af)
  • Aanpassingen maatstaven
  • Interbestuurlijk Programma (IBP)

De afgelopen jaren hebben wij als gemeente laten zien dat negatieve financiële consequenties vanuit de algemene uitkering opgevangen konden worden binnen de gemeentelijke begroting. Voor de komende jaren is het de verwachting dat het Rijk over wil gaan naar een andere wijze van verdeling van de algemene uitkering.
Voorlopig hanteren wij een afwijking van maximaal € 200.000 per jaar ten opzichte van de huidige begroting. De kans van voorkomen in zowel de mei- als de septembercirculaire is maximaal 50% per jaar.

100

2

Debiteurenrisico algemeen
Het risico bestaat dat debiteuren hun rekeningen niet (tijdig) betalen. Wij sturen er in de uitvoeringspraktijk op dat dit risico waar mogelijk wordt beperkt. In 2014 hebben we het invorderingstraject verder aangescherpt. Het debiteurenrisico wordt afgedekt door de voorziening dubieuze debiteuren.  Jaarlijks wordt beoordeeld of de hoogte van de voorziening voldoende is om de bestaande risico's af te dekken (dynamische methode).

-

3

OZB/WOZ
De kwaliteit van de  OZB/WOZ administratie wordt beoordeeld door de Waarderingskamer. Bij het onthouden van goedkeuring mogen beschikkingen niet  worden opgelegd waardoor begrote belastinginkomsten niet worden gerealiseerd.

-

4

Dividend
De dividendopbrengsten bedragen circa € 4 ton. Wij verwachten voor de komende jaren een redelijk consistent beleid van onze verbonden partijen waarbij de begrote dividenduitkering in onze begroting aan sluit bij de verwachte winstuitkeringen.

40

5

Debiteurenrisico Sociale Zaken

Voor de vorderingen van sociale zaken is een voorziening gevormd. De hoogte van de voorziening wordt jaarlijks opnieuw bepaald op basis van te verwachten af te boeken vorderingen gerelateerd aan het verstrijken van de wettelijke termijn van 36 maanden.

-

Financiering

6

Garantstellingen en gewaarborgde geldleningen
Leningen of garanties worden uitsluitend verstrekt aan door de raad goedgekeurde partijen. Om de kredietrisico’s te beheersen kunnen zekerheden of garanties worden verlangd van de debiteuren. Onze gemeente heeft de volgende garantstellingen uitstaan: Particulier €  0,6 miljoen en Niet particulier € 24,2 miljoen (woningcorporatie). De particuliere garantstellingen en gewaarborgde geldleningen betreffen leningen met een hypothecair onderpand. Het risico voor deze garantstellingen en geldleningen is daarmee nihil. Onze gemeente is met betrekking tot de niet-particuliere garantstellingen de tertiaire zekerheid (50% risico gemeente) waar het gaat om het verstrekken van leningen aan woningbouwcorporaties. De primaire en secundaire zekerheden zijn zodanig ingericht, dat tegenvallers goed kunnen worden opvangen.

-

7

Leningen aan personeel
Tot 1 januari 2009 zijn, als onderdeel van de secundaire arbeidsvoorwaarden, hypotheken aan personeel verstrekt. Het risico dat hypotheeknemers niet aan hun verplichtingen voldoen is praktisch nihil, omdat tegenover deze leningen een hypothecair onderpand staat.

-

Verbonden partijen

8

Enexis
De aandelen van Enexis staan voor € 5.500 op onze balans. Momenteel zijn er geen indicaties voor negatieve exploitaties of faillissementen van de voormalige Essent-bedrijven. Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 0.06% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren.  

Wadinko
Aandeelhouders zijn de provincie Overijssel en gemeenten in Overijssel, de Noordoostpolder en Zuid-West Drenthe. Onze gemeente bezit 83 van de in totaal 2.389 geplaatste aandelen (3.47%). Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 3.47% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De totale balanswaarde van Wadinko bedraagt ongeveer € 67.1 miljoen. De afgelopen jaren maakte Wadinko volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

Vitens N.V.
Onze gemeente bezit 38.453 aandelen. Dat is 0.66% van de uitstaande aandelen. Op 31 december 2017 bedroeg het eigen vermogen € 534 miljoen en het vreemd vermogen € 1.200 miljoen. Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 0,66% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte Vitens volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

Rendo
Onze gemeente bezit 18 van de 991 aandelen. De totale balanswaarde bedraagt    € 70 miljoen (balans 1 januari 2017). Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 1.8% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte Rendo volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

N.V. ROVA Gemeenten
N.V. ROVA Holding heeft 10.858 uitstaande aandelen A, B en C. Onze gemeente bezit 302 aandelen A. Dit is 4.29% van het uitstaande aandelenkapitaal A. De totale balanswaarde bedraagt € 83 miljoen. Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 4.29% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte ROVA volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

N.V. Bank Nederlands Gemeenten (BNG)
Onze gemeente bezit 23.712 aandelen BNG. Dit is 0.04% van de uitstaande aandelen. De totale balanswaarde bedraagt € 140,0 miljoen. Het financiële risico voor onze gemeente ligt in de verhouding van 0.04% van het totale faillissementsresultaat. Dit resultaat is op dit moment niet te kwantificeren. De afgelopen jaren maakte BNG volgens de jaarrekeningen voldoende winst en zijn de inschattingen voor de komende jaren positief.

-

9

Gemeenschappelijke regelingen
Veiligheidsregio
Met ingang van 1 januari 2014 zijn de brandweerkorpsen in de regio IJsselland als één organisatie verder gegaan. Onze gemeente draagt hieraan jaarlijks een bedrag van ongeveer € 1,6 miljoen bij. Op dit moment is het eigen vermogen van de nieuwe brandweerorganisatie niet voldoende toereikend om de risico’s te kunnen afdekken. Onze gemeente heeft een aandeel van bijna 5% in de totale gemeentelijke bijdragen aan de regio. Uitgaande van een voorlopige risico van € 3 miljoen en een kans van voorkomen van 30% houden we rekening met een risico van € 45.000.

GGD
De deelnemende gemeenten hebben hun samenwerking vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling, de 'statuten' van de GGD. Zwartewaterland neemt deel in het bestuur. Onze jaarlijkse bijdrage aan de GGD is € 887.000, 4,3% aandeel in de totale gemeentelijke bijdragen aan de regio. De totale netto risico binnen de GGD zijn gekwantificeerd op € 0,5 miljoen en voldoende afgedekt door beheersingsmaatregelen en financiële middelen. Het risico GGD is dus nihil.   

RSJ IJsselland
De deelnemende gemeenten dragen er zorg voor dat de RSJ IJsselland ten allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen. De exploitatiebegroting 2020 is gebaseerd op de uitgaven in de voorgaande jaren, de overdracht van de financiële administratie naar de regiogemeenten en de uitvoering van regio-overkoepelende activiteiten voor jeugd (zoals data-analyse, inkoop en transitie). De begroting van de bedrijfsvoeringsorganisatie is beperkt tot programma- en exploitatiekosten. De genoemde risico's hierbij:

  • Mogelijk noodzakelijke extra menskracht met betrekking tot de aansturing en begeleiding van regionale projecten en -werkgroepen
  • Mogelijk noodzakelijke extra menskracht bij inkoop en contractmanagement als het relatiebeheer moeizamer verloopt en contractafspraken niet nageleefd worden.
  • Extra kosten voor monitoring (altijd in overleg met regiogemeenten)

De afgelopen jaren betroffen de eerste ontwikkelingsjaren van deze gemeenschappelijke regeling. De afwijking tussen de begrote en gerealiseerde  exploitatiekosten zijn in deze jaren minimaal (gemiddeld 3% afwijking). Daarmee schatten wij het risico van de BVO voor het komend jaar rond een kleine € 30.000.

Omgevingsdienst IJsselland
De Omgevingsdienst heeft op dit moment nog geen duidelijke analyse gemaakt van mogelijke organisatierisico’s. De verwachting is dat dit in 2019 is opgepakt middels een nota weerstandsvermogen en risicomanagement. De betaling door de deelnemende gemeenten is vooralsnog gekoppeld aan de ingebrachte taken en medewerkers; inputfinanciering. Vanaf het begrotingsjaar 2020 wordt gefaseerd
overgegaan op outputfinanciering. Vanuit een eerste analyse bij de oprichting van deze GR zijn de volgende risico’s wel benoemd.

  • Begroting, deze was mede gebaseerd op de ervaringen van diverse andere Omgevingsdiensten.
  • Inputfinanciering loonkosten, de inputfinanciering is zodanig dat de Omgevingsdienst geen financiële risico’s loopt bij de overname van personeel.

De omgevingsdienst schat op dit moment de hoogte van de geïnventariseerde risico's in op € 311.000. Uitgaande van het aandeel van deze gemeente in deze organisatie van 6% betekent dit voor gemeente Zwartewaterland een risico van € 19.000. Wij schatten dit risico hoog in (50%) mede omdat het een nieuwe organisatie is.

85

Bedrijfsvoering

10

Onverzekerde risico’s
De afgelopen jaren kwam het nauwelijks voor dat niet geraamde claims van extern en intern personeel inzake werkzaamheden en activiteiten ten behoeve van onze gemeente werden ingediend. Ingediende claims bleven financieel beperkt en konden binnen de lopende exploitatie begroting opgevangen worden.    

-

11

Personeel  
Bij arbeidsongeschiktheid van medewerkers ontvangt onze gemeente de eerste twee jaar geen tegemoetkoming in de ziektekosten. Dit betreft een financieel risico. Na een periode van twee jaar ziekte en bij afkeuring voor minimaal 35%, heeft de  medewerker recht op een WGA uitkering. Doordat de gemeente eigenrisicodrager is voor de WGA is dit risico herverzekerd. Gedurende de eerste 2 jaar komt ziektevervanging voor rekening van de gemeente. Een deel van dit risico kan opgevangen worden binnen de personeelsbegroting. Voor leden van het college van burgemeester en wethouders is het risico van arbeidsongeschiktheid en ontslag niet verzekerd. In dat geval vindt doorbetaling van de salariskosten plaats tot aan het moment van herstelmelding, het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, vinden van (vervangend) werk of overlijden.

60

12

Proces beheersing

Aan de beheersing van processen, het “in control zijn” van de organisatie worden steeds hogere eisen gesteld. Procesbeheersing is niet langer een kunstje waarin voor de accountant moet worden aangetoond dat rechtmatig is gehandeld. Door de toegenomen eisen aan (digitale) informatiebeveiliging (Collegeverklaring in het kader van ENSIA en privacy van persoonsgegevens op grond van de AVG), tezamen met de van oudsher aanwezige noodzaak om het risico op bewuste en onbewuste fouten in processen tegen te gaan waar ook veel financiële middelen in omgaan is adequate en kwalitatief goede procesbeheersing een prioriteit van de organisatie zelf. Om de toegenomen kwaliteitseisen op dit gebied het hoofd te kunnen bieden en in te spelen op het “in control statement” dat het college moet gaan afgeven bij de jaarrekening wordt op het gebied van de “Verbijzonderde Interne Controle” (VIC) samengewerkt tussen de gemeenten Meppel, Steenwijkerland, Westerveld en Zwartewaterland. Alle hoofdprocessen met een financiële component zijn doorgelicht en gescreend op risico's.  Waar nodig zijn beheersmaatregelen getroffen. Op basis van het controleplan worden bij de interne controle de belangrijkste werkprocessen getoetst op rechtmatigheid en doelmatigheid.  

-

13

Imagorisico

Gemeenten kunnen een imago of politiek risico lopen bij bijvoorbeeld nieuwe wetgeving of bij het niet behalen van doelstellingen. Imagorisico kan ontstaan door het onjuist of onduidelijk verstrekken van informatie aan burgers of het niet nakomen van bestuurlijke afspraken. De reputatie en integriteit kunnen dan onderwerp van discussie worden. Imagoschade kan worden beperkt door gerichte, adequate en snelle communicatie. De gemeente werkt aan het optimaliseren van het communicatieproces om de kans op imagoschade zoveel mogelijk te beperken.
Beveiligingsincidenten brengen voor gemeenten het risico op imago- en financiële schade met zich mee. De politieke consequenties kunnen enorm zijn. Wat de eventuele financiële consequenties voor de gemeente kunnen zijn, is moeilijk in te schatten.

-

14

Organisatierisico

Bij het bepalen van het organisatierisico gaat het vooral over de vraag of de gemeente Zwartewaterland in het geheel haar taken aankan en de medewerkers hier goed op zijn toegerust. Door de huidige arbeidsmarktontwikkeling moeten wij meer inspanning doen om de juiste kandidaten te vinden voor functies.
De transformatie in het sociale domein, de implementatie van de Omgevingswet, de regionalisering en de digitalisering vergen met name een doorontwikkeling van de organisatie op rolneming en werkwijze.
De risico’s die uit de hiervoor genoemde veranderingen voort kunnen vloeien,  worden beperkt door het in gang zetten van persoonlijke en gezamenlijke ontwikkelplannen en opleidingen, het strategisch HR-beleid, het afstemmen van de politieke ambities van de gemeenteraad met de capaciteit van het ambtelijke apparaat en het beschrijven en controleren van werkprocessen.

Bij het organisatierisico zijn zowel kans als financieel gevolg niet te kwantificeren. Bij de taakuitoefening vindt telkens de afweging plaats of de organisatierisico’s eigenstandig kunnen worden opgelost of dat  deze beter kunnen worden beheerst door het aangaan van samenwerkingen met andere overheden.

-

Open eind regelingen

15

Participatiewet
Voor 2020 en verdere jaren is het zeer lastig om te voorspellen wat de verwachting van het aantal uitkeringsgerechtigden ten opzichte van 2019 zal zijn. De afgelopen jaren hebben wij een flinke toename gezien van het aantal uitkeringsgerechtigden wat vooral het gevolg is van de instroom van statushouders en jongeren. Voor Zwartewaterland geldt de afgelopen jaren dat de inkomsten veel lager liggen dan de uitgaven. Op basis van het landelijke rekensystematiek (t-1 en objectief) heeft de gemeente een financieel risico van 7,5 tot 10% van de totale BUIG inkomsten op het BUIG tekort in een jaar, de rest kan de gemeente via de Vangnetregeling compenseren.    
De integratie-uitkering Participatiewet (budget sociale werkvoorziening) wordt ieder jaar gemiddeld € 35.000 naar beneden bijgesteld. Deze daling dient binnen het participatiebudget opgevangen te worden. Dit wordt een steeds groter risico, omdat de uitstroom van deze doelgroep achter blijft bij de landelijke prognoses.
Bij de behandeling van de Kadernota 2020 en de Zomernota 2019 zijn de financiële risico's binnen het Sociaal Domein gekwantificeerd en meerjarig doorvertaald in de exploitatiebegroting van deze gemeente. Omdat de verstrekkingen binnen de Participatiewet vallen onder de open-eindregelingen van de gemeente loop je altijd risico. Een stijging van de instroom en daarmee werkaanbod wordt vaak pas in latere jaren gecompenseerd. Wij schatten op dit moment in (mede op basis van de lokale rapportages) dat wij binnen de Participatiewet een totaal financieel risico lopen van € 100.000 per jaar, waarvan wij verwachten dat het de kans is dat deze maximaal 1x in de 2 jaar zal kunnen voorkomen.

50

16

WMO
De ontwikkeling van het Wmo-budget laat zich lastig voorspellen omdat sprake is van een open einde financiering. In die zin bestaat altijd het risico van een schommeling in het aantal aanvragen of een onverwachte grote uitgave voor bijvoorbeeld een woningaanpassing. Om de risico’s te beperken volgen wij de uitgaven op Wmo-gebied periodiek en maken op basis daarvan voorspellingen. Indien nodig, kan het beleid worden aangepast. Per kwartaal worden dashboards gemaakt voor de raad waarin melding wordt gedaan van de financiële voortgang. In principe hanteert de gemeente Zwartewaterland binnen het Sociaal Domein het beleid dat de uitvoering en de rijksmiddelen budgettair integraal in evenwicht dienen te zijn.

Het Kabinet is voornemens een nieuwe methodiek van eigen bijdrage voor de Wmo in te voeren per 2020 (‘abonnementstarief’). In 2019 werd reeds een tussenvorm ingevoerd. Dit leidt in ieder geval tot minder inkomsten (minder eigen bijdrage), maar leidt in ieder geval tot veel meer aanvragen en daardoor ook tot meer toekenningen. Dit leidt tot extra uitgaven.

Met ingang 1 januari 2020 wordt beschermd wonen/maatschappelijk opvang door gedecentraliseerd naar gemeenten, waardoor gemeenten beleidsmatig en financieel verantwoordelijk zijn voor deze taak. Het landelijk budget is ongeveer € 2,3 miljard wat voor deze gemeente betekent dat het om een bedrag van € 2 miljoen gaat. De risicoreserve van Beschermd wonen die door de gemeente Zwolle is gevormd zal een lagere risicostatus krijgen. Dit betekent voor ons een extra inkomst. Maar kan in de toekomst leiden tot een bijbetaling voor beschermd wonen. De kans daarop achten wij minimaal. Overigens is het Kabinet voornemens Beschermd Wonen per 2021 door te decentraliseren. Alsdan neemt het risicogehalte voor de Wmo ook toe. Het percentage is daarom per 2021 aangepast.

90

17

Jeugdhulp

De tweedelijns jeugdhulp (waar een beschikking voor nodig is) wordt door de RSJ (Regionaal Serviceteam Jeugd IJsselland) namens nog 10 andere gemeenten, ingekocht. Per 1 januari 2017 is de verevening (die gold over de jaren 2015 & 2016) afgeschaft en zijn wij als gemeente financieel verantwoordelijk voor onze eigen kosten ten aanzien van de ingezette jeugdhulp. Dit brengt een financieel risico met zich mee. Op dit moment zijn er ontwikkelingen waarbij gezocht wordt naar een verbetering van het huidige inkoopmodel jeugdhulp. Deze ontwikkeling zit nog in de startfase. Onduidelijk is wat de financiële risico's zijn, wanneer dit inkoopmodel regionaal wordt doorgevoerd. De gemeenteraad wordt hierover in de loop van het jaar over geïnformeerd.
Bij de behandeling van de Kadernota 2020 en de Zomernota 2019 zijn de financiële risico's binnen het Sociaal Domein gekwantificeerd en meerjarig doorvertaald in de exploitatiebegroting van deze gemeente. Het financiële risico voor Jeugdhulp zit daarom op dit moment in een onverwachte individuele crisishulp van een jongere. Deze kosten kunnen vaak flink oplopen. Om deze crisissituaties op te kunnen vangen houden wij rekening met een bedrag van € 100.000 per jaar, waarvan wij verwachten dat het de kans is dat deze maximaal 1x in de 3 jaren zal kunnen voorkomen.

30

18

Bijzondere bijstand en minimabeleid
Binnen de bijzondere bijstand zien we de laatste jaren een forse toename in de kosten voor bewindvoering. Door gewijzigde wetgeving kunnen mensen met problematische schulden sinds 2014 ook onder bewind gesteld worden door de rechtbank. Sindsdien is er een forse toename in het aantal mensen dat een verzoek tot bewindvoering indient bij de rechtbank. Deze landelijke tendens is ook in Zwartewaterland waarneembaar. Op dit moment zijn we aan het onderzoeken hoe we meer aan de voorkant kunnen komen, zodat we preventief te werk kunnen gaan en kunnen voorkomen dat mensen  problematische schulden opbouwen. Deze preventie kan plaatsvinden in zowel ons minimabeleid als in ons schulddienstverleningsbeleid.
Wat betreft het minimabeleid vindt er een korte evaluatie van onze regelingen plaats. Hiertoe wordt een kapstoknotitie geschreven, die kan leiden tot een meer gerichte inzet van onze middelen.

-

19

Leerlingenvervoer  
De toetsingskaders die onze gemeente hanteert vloeien voort uit landelijke wet- en regelgeving. Er is nauwelijks beleidsvrijheid. Het aantal aanvragen fluctueert. Dat geldt ook voor de inhoud van de aanvragen. Ritten naar afzonderlijke locaties en/of op afwijkende tijden kunnen leiden tot relatief hoge meerkosten.
Daarnaast heeft ook de prijsontwikkeling in het personenvervoer invloed (bijvoorbeeld stijgende brandstofkosten in het taxivervoer en tariefsverhogingen in het openbaar vervoer). Ook de inkomsten uit eigen bijdragen variëren.

25

Juridisch

20

Planschade
De kans op planschadekosten is klein, omdat waar mogelijk een overeenkomst wordt afgesloten met een externe partij om de planschadekosten te vergoeden. Dit kan in vrijwel alle gevallen. Planschade kan voorkomen bij exploitaties waar we (een deel van) de kosten niet kunnen verhalen. Deze zijn echter doorgaans in de grondexploitatie ingecalculeerd. Gemeenten kunnen beoordelingskosten op planschade-risico’s niet verhalen op derden.

-

21

Bezwaarschriften en andere procedures
Het betreft het vergoeden van de kosten van juridische bijstand aan de tegenpartij, waartoe we verplicht zijn in geval van gegrondheid van het bezwaar/beroep. Gemiddeld gaat het om 5 zaken per jaar.

15

22

Renteontwikkelingen (Treasury)

De marktrente ligt onder de gemeentelijke omslagrente en de herfinanciering van lopende leningen vindt op dit moment nog steeds tegen een lagere rente plaats. Bij een oplopende rente en noodzakelijke herfinanciering, waarbij de marktrente hoger is dan de omslagrente of de rente van de af te lossen lening, kunnen er wel risico's ontstaan. Vanuit treasury wordt getracht altijd een spreiding van deze risico's te realiseren middels het aangaan van een goed onderbouwde vorm van financiering en de looptijd van de financiering. Ondanks de dalende rente in de afgelopen jaren is het, met de komst van een nieuwe voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), de verwachting voor het komende jaar is dat de rente licht stijgt. De rente op de geld- en kapitaalmarkt wordt voornamelijk bepaald door het beleid van de ECB.
Voor Zwartewaterland betekent een stijging van het rentepercentage van 1% een bedrag van ongeveer € 100.000 extra kosten voor herfinanciering van lopende leningen. We schatten in dat de kans op een stijging van de rente ongeveer 50% is.

50

Overig

23

Contractbeheer
Het gemeentelijke contractbeheer is in een digitaal contractenboek ondergebracht. In het contractenboek is een functionaliteit ingebouwd waarmee de organisatie een bericht ontvangt als de signaleringsdatum is bereikt. De interne contractverantwoordelijke biedt het contract aan om te registreren en wordt hierop geattendeerd over de signaleringsdatum . Deze contractverantwoordelijke gaat al dan niet tot actie over (verlengen contract, beëindigen contract, nieuwe contractbesprekingen en dergelijke). Het antwoord wordt weer verwerkt in het digitaal contractenboek. De risico’s zijn in beeld en de kans op voorkomen is nihil en acceptabel.

-

24

Inkomsten lopende bouwexploitatie
Op basis van een overeenkomst tussen onze gemeente en commerciële partijen hebben we in de begroting rekening gehouden met een jaarlijkse bijdrage per woning uit commerciële bouwexploitaties. Eventuele jaarlijkse tekorten/risico’s komen niet ten laste van de jaarrekening, maar van de exploitatie.

      -

25

Onderhoud kapitaalgoederen
De paraplunota Kapitaalgoederen is in 2017 door uw raad vastgesteld. Hierin is aangegeven dat het onderhoud van de openbare ruimte op kwaliteitsniveau C plaatsvindt. Alleen het onderhoud van civiele kunstwerken is vastgesteld op kwaliteitsniveau B. Inmiddels is door amendementen besloten het niveau van het groen en de fiets en voetpaden op niveau B te onderhouden. In 2019 is ook het beheerplan Spelen vastgesteld en worden de speelplaatsen onderhouden op kwaliteitsniveau B. Hiermee worden alleen de wegen onderhouden op kwaliteitsniveau C. De huidige onderhoudsplannen bevatten risico’s, die mogelijk in de toekomst leiden tot incidentele vervangingen, reparaties of onderhoud. Jaarlijks vindt een actualisatie plaats van het uitvoeringsprogramma Werken. Hierin is een planning opgenomen voor het nieuwe jaar met de belangrijkste investeringen binnen het beheer van kapitaalgoederen.
Hieronder hebben we de belangrijkste risico’s binnen onze gemeente in beeld gebracht.

Wegen
Bij onderhoud aan wegen ontstaat risico wanneer er sprake is van extreme omstandigheden. Schade als gevolg van een strenge winter laat zich lastig voorspellen, omdat hier diverse factoren invloed op hebben, zoals staat van onderhoud, mate van zout strooien en de daadwerkelijke kou. Het financiële risico ligt tussen de € 100.000 en € 250.000 per jaar.  

Kunstwerken
In 2019 zijn 2 bruggen vervangen waardoor het achterstallig onderhoud aan kunstwerken grotendeels is weggewerkt. Het geschatte risico bij kunstwerken ligt rond de € 25.000 structureel per jaar. De inschatting dat deze kosten daadwerkelijk zullen voorkomen ligt rond de 2 jaar.

Oeverconstructies
Met de paraplunota Kapitaalgoederen en de inmiddels vastgelegde beheerplannen is de onderhoudstoestand en de daarbij horende risico’s van de meeste kapitaalgoederen in beeld. In de uitwerking van de paraplunota kapitaalgoederen moet de onderhoudstoestand van de oeverconstructies middels een beheerplan nog in beeld komen. In 2020 wordt het beheersplan Oeverconstructies voorgelegd aan de raad. Momenteel weten wij al wel dat er achterstallig onderhoud is bij de oeverconstructies en vindt in kader van veiligheid monitoring van kades plaats. Te verwachten valt dat vanuit  het beheerplan Oeverconstructies kapitaalintensieve investering gedaan moeten worden in de eerst komende jaren.   

Riolering
Met de vaststelling van het huidige GRP wordt de reserve gebruikt om de schuldpositie te verminderen. Er is bijna geen reserve meer om grote onverwachte problemen op te vangen. Doordat alle rioleringsobjecten geïnspecteerd zijn weten we echter hoe de onderhoudstoestand is en wordt deze gemonitord. In het beheerssysteem en rapportages wordt dit vastgelegd. Mocht er toch een calamiteit optreden in de grote van € 100.000 tot € 500.000, dan is de reserve niet toereikend. De kans dat dit optreedt is klein. Met kleine onverwachte problemen als verstoppingen van huis- of kolkaansluitingen, ingroei van boomwortels of verstopte rioolpompen is in de exploitatie rekening gehouden. Er is voldoende budget en personeel om deze problemen te verhelpen.

Baggerwerken
Het beheer en onderhoud van het stedelijk water inclusief baggeren is overgedragen aan het waterschap. Dit geldt echter niet voor alle watergangen. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de haven, bermsloten en deels voor bevaarbare watergangen.

Voor baggerwerken zijn structurele voorzieningen in de begroting getroffen, voor een deel met eigen dekking door inkomsten uit heffingen. Risico’s zijn moeilijk in te schatten. Waterbodems met een vervuiling zijn voor het belangrijkste deel gesaneerd. Het risico van vervuiling en overige onvoorziene uitgaven kunnen worden opgevangen binnen het gemeentelijk rioleringsplan.

Gemeentelijke gebouwen

De raad heeft op 29 juni 2017 ingestemd met het accommodatiebeleid ‘Krachtig Accommoderen’ en ingestemd met het instellen van een bestemmingsreserve voor de opbrengsten uit verkopen van panden ten behoeve van vernieuwing, renovatie en verbetering van vastgoed. Het accommodatiebeleidsplan zet in op krachtpanden. Krachtpanden zijn beleidsondersteunend, hebben een openbaar karakter en de functies die hierin zitten zijn levensvatbaar en toekomstbestendig. De keuze voor krachtpanden betekent ook dat in sommige gevallen afscheid wordt genomen van panden die niet het label van ‘krachtpand’ dragen. Krachtpanden kunnen gemeentelijke panden zijn, maar ook in bezit van particulieren (bijvoorbeeld ruimten van zorginstellingen of stichtingen). Waar sprake is van een ‘krachtpand’ worden indien nodig maatregelen getroffen om deze panden ook als zodanig te laten functioneren.
Met de huidige stand van gebouwen die op de nominatie staan om verkocht te worden is het risico voor de gemeentelijke exploitatie begroting € 250.000 per jaar. De inschatting dat deze kosten daadwerkelijk voorkomen, ligt rond de 4 jaar.

Openbaar groen
In het geval er sprake is van stormschade aan het openbaar groen, worden de extra kosten in deze situaties rond de € 60.000 geschat. Stormschade komt gemiddeld één keer in de drie jaar voor. Er is een toename van de kosten te verwachten wegens de groei van bomen in jonge wijken, de wijziging van weersomstandigheden en de aantasting van bomen door nieuwe boomziekten, zoals Essentaksterfte.

Huur- en pachtbeleid
Door uitvoering van het huur- en pachtbeleid generen we inkomsten.

195

26

Opbrengsten bouwleges

Voor 2019 hebben we bekeken of we in lijn liggen met de verwachtingen. De inkomsten t.o.v. de begroting ligt niet in lijn. Waar we voor 2019 € 929.000 aan legesinkomsten hebben begroot, lijkt dat de begroting voor 2019 niet gehaald zal worden. Feit is dat er minder omgevingsvergunning binnenkomen. Ook blijven de omgevingsvergunningen met hoge bouwkosten uit. Wel ligt er één en ander op de plank wat de begroting m.b.t. bouwleges, voor 2019, reëler maakt. Echter deze aanvragen zijn nog niet ingediend. Een doorkijkje naar 2020 maakt dat we verwachten, met de huidige economie, dat begrotingsjaar 2020 wel conform meerjarenbegroting zal zijn. Dit heeft te maken met uitbreiding industrieterrein Zevenhont en de woningbouwterreinen in Hasselt en Genemuiden. Wat dat betreft lopen we op dit product voor huidig begrotingsjaar enig risico en zullen de geprognosticeerde opbrengsten in 2020 “gewoon” binnenkomen.

200

27

Verzekeringsrisico’s
De vaste activa zijn verzekerd tegen de meest voorkomende gevallen van schade. Daarnaast heeft de gemeente andere verzekeringen voor: Fraude en berovingen, Motorrijtuigen, Aansprakelijkheid (aansprakelijkheid stelling gemeente), Ongevallen (waar onder verkeersbrigadiers, vrijwilligers en bedrijfshulpverleners), Rechtsbijstand, College beschermingspolis, Verzekering werkmaterieel, Dienstritten, Werkgeversaansprakelijkheid, Bouw- en montage. Tweejaarlijks wordt de gehele verzekeringsportefeuille doorlopen en geactualiseerd.  Het risico van onder- of oververzekering blijft hierdoor beperkt.
De afgelopen jaren zien we wel een flinke stijging van het aantal zaken waarbij de gemeente aansprakelijk wordt gesteld voor de geleden schade door burgers. Het aantal ligt jaarlijks rond de 30 zaken De gemeente is in principe verzekerd voor dit soort claims, maar dient wel bij toekenning van de claim rekening te houden met een eigen risico van € 2.500 per zaak. Met dit eigen risico is niet expliciet rekening gehouden in de gemeentelijke budgetten.   

25

28

Specifieke uitkeringen
Gemeenten lopen risico dat door vertraging of onduidelijke administratieve vastlegging gelden vanuit de specifieke uitkeringen terugbetaald moeten worden. Wij trachten dit te voorkomen door het zorgvuldig vastleggen van subsidievoorwaarden en de controle hierop. Dit leidt tot de vaststelling door de gemeenteraad van de SISA-bijlage in de jaarrekening.

-

29

Automatiseringsbeveiliging
De risico's bestaan uit informatiecriminaliteit zoals hack-pogingen, stroomstoringen of ernstige computerstoringen door brand of iets dergelijks waardoor ICT systemen gedurende uren of dagen niet te gebruiken zijn. Het optreden van een gebeurtenis die, bij het ontbreken van passende maatregelen, duidelijk waarneembare gevolgen (materieel dan wel immaterieel) voor de organisatie heeft, noemen we een calamiteit. Het gaat daarbij om gevolgen zoals vitale informatie die verloren gaat, financiële controle die niet meer mogelijk is, informatie die niet meer beschikbaar is, goederen en diensten die niet geleverd kunnen worden, demotivatie bij medewerkers, chaos en fraude.

Voor wat betreft risico en schade door stroom- en netwerkschade is de financiële impact niet goed te kwantificeren aangezien vrijwel alle werkprocessen binnen het gemeentehuis komen stil komen te liggen. Noodvoorzieningen voor zowel stroom- als netwerkvoorzieningen zijn aanwezig (onder meer dagelijkse back-ups) maar de kosten gaan vooral in gevolgschade zitten doordat werkprocessen zoals subsidieaanvragen en de uitgifte van reisdocumenten geen doorgang kunnen vinden. De kosten komen voort uit de tijdelijke onderbreking van de primaire werkprocessen en besluitvormingsprocessen.

Maatregelen
De gemeente heeft een scala aan ICT beveiligingsmaatregelen getroffen om haar informatie- en automatiseringssystemen te beveiligen tegen aanvallen, storingen en calamiteiten. Denk hierbij aan noodvoorzieningen, back-upsystemen en informatiebeveiligingssystemen. De gemeente doet ook mee aan de landelijke aanbesteding informatiebeveiligingsmaatregelen vanuit VNG en zal informatiebeveiligingsproducten daarvan vanaf 2019 gaan implementeren.

250

30

Crisis- en rampenbestrijding

De provincie Overijssel heeft een risicokaart van Zwartewaterland, die periodiek wordt geactualiseerd. Deze risicokaart biedt de gemeente en haar inwoners de mogelijkheid maatregelen te treffen. Om de operationele slagkracht bij crisissituaties in de responsfase te vergroten, is het van belang snel uitvoering te (kunnen) geven aan het opstarten van processen, inzetten van middelen en het doen van uitgaven zonder last of ruggespraak. De gemeente en andere organisaties nemen preventieve maatregelen om crisissituaties te voorkomen. Dit is echter geen garantie dat crisissituaties zich nooit meer voordoen. In geval van crisis dient direct gehandeld te kunnen worden. In de begroting is hiervoor geen budget opgenomen. De gemeenten in de veiligheidsregio IJsselland hebben gezamenlijk in het Handboek Bevolkingszorg de gemeentelijke processen nader uitgewerkt. In de gevallen waar nodig is er mandaat geregeld, met daaraan een budget gekoppeld, om te trachten de noodzakelijke uitgaven te beheersen. Rampen kunnen zich in allerlei verschijningsvormen voordoen. Dit is een bestuurlijk en financieel risico. Indien nodig worden personeel en materieel ingezet. Dit leidt tot kosten voor onze gemeente. Onze gemeente beschikt over de benodigde rampenbestrijdingsplannen. Communicatie speelt hierbij een cruciale rol.     

-

31

Milieu- en bodemverontreiniging
Bij gemeentelijke besluiten lopen wij het risico om bedrijven geluid (of lucht)ruimte toe te kennen die achteraf niet opgelegd had kunnen worden. Het betreft met name oudere vergunningen, waarbij mogelijk klachten over geluid/lucht komen dan wel naar aanleiding van handhaving. Het grootste risico is dat het bedrijf niet meer op die locatie kan functioneren en uitgekocht moet worden. Deze kosten zijn niet te voorzien. Een tweede mogelijkheid is dat er wel voorzieningen mogelijk zijn, maar niet afdwingbaar bij het bedrijf. Deze voorzieningen moeten wij dan als gemeente bekostigen.
Daarnaast zijn er kosten als gevolg van noodzakelijke woningsanering zoals gevelisolatie maatregelen. Dit betreffen maatregelen die noodzakelijk zijn, nadat een geluidwerend gebouw door de gemeente is gesloopt. Het effect is dat de geluidbelasting op de woning toeneemt en boven de voorkeursgrenswaarde uitkomt.
Op basis van de afgelopen 10 jaar is de verwachting dat geluidsrisico’s eens in de vijf jaar kunnen voorkomen. De geschatte kosten zijn, afhankelijk van de saneringsmaatregel, ongeveer € 100.000. Hiervoor is geen dekking in de begroting of verzekering opgenomen.
Bij calamiteiten kan er een bodemverontreiniging ontstaan op gemeentelijk grondgebied. Veelal worden de kosten verhaald op de verzekering van de veroorzaker. Risico is echter dat de dader niet te achterhalen is. Dit speelt bij grondwerkzaamheden, waarbij onverwachts een ernstige verontreiniging wordt aangetroffen. De kosten van een onderzoek naar de verontreiniging en de kosten van het opruimen kunnen variëren van enkele tienduizenden euro's tot een veelvoud daarvan. Op basis van gemeentelijke historie houden we rekening met een financieel risico van € 100.000 voor het onvoorzien en niet in de begroting afgedekte sanering van bodemverontreiniging.

Gemeente Zwartewaterland houdt in de begroting voor de afvalstoffenheffing rekening met jaarlijkse bijdrage vanuit de producenten voor de aanlevering van plastic, metaal en drankenkarton verpakkingen door gemeenten. We prognosticeren voorlopig een risicobedrag van € 450.000, waarbij we inschatten dat de kans op voorkomen eens in de 3 jaar is. Een structureel lagere vergoeding voor afvalfracties en een stijging van de afvalstoffenbelasting en van verwerkingskosten van afvalfracties betekenen in de toekomst mogelijk een structurele bijstelling naar boven van de gemeentelijke afvalstoffenheffing of een structurele onttrekking van middelen uit de algemene dienst om het huidige tarief zo veel mogelijk te garanderen. Door diverse ontwikkelingen op de markt lijkt de afvalstoffenheffing de komende jaren meer onder druk te komen staan:
- De bestaande raamovereenkomst verpakkingen loopt in 2022 af. De betrokken partijen zijn continue in onderhandeling over aanpassen en verlengen van de overeenkomst. De vergoedingen voor verpakkingen worden jaarlijks vastgesteld en kan daarom als gemeentelijke inkomst-risico worden aangemerkt,
- Door toenemende bedrijfskosten bij ROVA nemen de afvalbeheerkosten toe en loopt de uitkering van dividend terug. Een deel van dit dividend wordt gebruikt om de afvalstoffenheffing op een gelijk niveau te houden,
- De afvalstoffenbelasting is in 2019 verhoogd van €13,21 naar €32,12 per ton te storten/verbranden afval. De verwachting is dat deze belasting de komende jaren verder stijgt. Ook de grondslag voor de heffing is verbreed waardoor ook afval dat buiten Nederland wordt gestort of verbrand onder de hogere heffing valt. Door een vrijstelling op deze belasting, verleent aan ROVA, gaan we deze heffing vanaf juli 2021 betalen,
- De verwachting is dat de verwerkingskosten van afvalfracties de aankomende jaren zullen toenemen. Een Chinees importverbod op 24 recyclebare afvalstromen heeft geleid tot verschuivingen in de afzetmarkt welke een daling in opbrengsten van o.a. papier, textiel en metalen tot gevolg heeft,
- Er lijkt steeds vaker afkeur door verontreiniging plaats te vinden op de GFT- en PMD-fractie. Hierdoor lopen we inkomsten op grondstoffen mis en stijgen de verwerkingskosten voor het verbranden van dit afgekeurde afval.     

325

32

Onderwijs
De betalingen in het kader van de doordecentralisatie huisvesting Agnieten College locatie Zwartsluis vormen een financieel risico voor de gemeente. In de doordecentralisatie-overeenkomst is vastgelegd dat de hoogte van de jaarlijkse bijdrage, die het schoolbestuur van de gemeente ontvangt, deels afhankelijk is van het aantal leerlingen dat de school bezoekt. Voor iedere leerling boven de 475 ontvangt de school een extra bijdrage van € 552. De verwachting ten tijde van het afsluiten van de overeenkomst was dat het leerlingenaantal in 2014 een piek zou hebben bereikt, met een aantal van 598, en daarna langzaam zou gaan afnemen. Vanaf 2025 zou het aantal leerlingen volgens de prognose onder de 475 uitkomen. In de praktijk zien we deze daling nog niet. Momenteel ligt het aantal leerlingen zelfs rond de 650. Bij de besluitvorming rondom de Zomernota 2017 heeft de raad ingestemd met een structurele ophoging van het budget ten behoeve van de jaarlijkse bijdrage aan de Agnietencollege van € 125.000. Door deze ophoging neemt het huidige risico af tot nihil. Echter een stijging van de inflatie en de leerlingenaantal in de toekomst kan weer tot een verhoging van dit risico leiden. De verwachting van een stijging van het leerlingenaantal aan de Agnietencollege Zwartsluis is op basis van de huidige beschikbare informatie echter beperkt.

-

33

Omgevingswet

De Omgevingswet is naar verwachting per 2021 van kracht. Een belangrijk instrument om de Omgevingswet te laten functioneren is de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO-LV). Op dit moment is er nog geen volledig inzicht in de impact en gevolgen die dit met zich mee brengt. Het Rijk streeft er naar dat het DSO-LV uiterlijk op 1 januari 2020 beschikbaar is voor alle gemeenten. Vervolgens kunnen wij als gemeente onze aansluitingen organiseren, zodat we bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet een werkend DSO hebben.
Ook is het bedrag dat uiteindelijk nodig is voor de invoering en de uitvoering van de Omgevingswet onzeker. Er komt steeds gerichtere informatie beschikbaar, waarmee we de ramingen kunnen aanscherpen. Voorlopig houden wij rekening met een geschat risicobedrag van € 300.000. Wij schatten op dit moment kans van voorkomen van 30%.

100

34

Bescherming van persoonsgegevens (Privacy)

Vanaf 25 mei 2018 is de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) formeel van kracht. De AVG vormt het wettelijk kader waaraan moet worden voldaan bij de verwerking van persoonsgegevens. Op grond van de AVG hebben betrokkenen enkele rechten die zij uit kunnen oefenen, dit zijn onder andere het recht op inzage, verwijdering, correctie en bezwaar.

Onder de AVG geldt tevens de meldplicht datalekken. Dit houdt in dat de gemeente verplicht is om (potentiële) datalekken te melden aan de toezichthouder, de Autoriteit Persoonsgegevens, en in bepaalde gevallen ook aan de betrokkene van wie de gegevens zijn gelekt. Als blijkt dat niet of onvoldoende is voldaan aan de wettelijke meldplicht of aan de andere vereisten omtrent het verwerken van persoonsgegevens kan de toezichthouder een boete opleggen van maximaal € 20 miljoen of 4% van de jaarlijkse omzet per overtreding.

Volgens de AVG is er sprake van een datalek als zich een inbreuk voordoet op de beveiligingsmaatregelen, wat leidt tot het per ongeluk, opzettelijk of onrechtmatig vernietigen, verliezen, aanpassen, ongeautoriseerde openbaring van, of toegang tot, persoonsgegevens. Voorbeelden van een datalek zijn het verlies van een mobiel apparaat waarop gevoelige persoonsgegevens staan of het verkeerd versturen van een brief met gevoelige inhoud. Ook internetcriminaliteit of het technische falen van apparatuur kan leiden tot een datalek. Een datalek kan voortvloeien uit externe factoren maar zal in veel gevallen komen door intern menselijk handelen. Het risico op datalekken is altijd aanwezig maar door het hanteren van een procedure voor de behandeling van datalekken en te werken aan bewustwording wordt dit risico zo veel mogelijk beperkt.
Met het inrichten en vaststellen van de benodigde beleidskaders, het sluiten van verwerkersovereenkomsten, het registreren (en waar nodig melden) van datalekken, het bijhouden van een verwerkingsregister en het aanstellen van 2 FG's (die ook voor gemeenten Staphorst, Steenwijkerland en Westerveld) werkzaam zijn wordt aan de basisvereisten uit de AVG voldaan.

De komende jaren zal door het doen van Data Protection Impact Assessments (DPIA’s) op (risicovolle) verwerkingen blijken in hoeverre de AVG wordt toegepast binnen de werkprocessen. Daarnaast worden er waar nodig aanvullende technische preventiemaatregelen getroffen (verplicht vanuit onder meer ENSIA, Baseline Informatiebeveiliging Overheid en IT audit) en wordt vanuit het AVG team verder werk gemaakt van structurele bewustwording en inbedding van de AVG binnen de processen.

35

Klimaatadaptatie
Zwartewaterland ervaart net als andere gemeenten de gevolgen van klimaatverandering zoals wateroverlast en hittestress. Daarnaast heeft Zwartewaterland vanwege haar ligging in de IJssel-Vechtdelta (IJVD) te maken met een hoger overstromingsrisico dan gemeenten buiten de delta’s van rivieren. Overstromingen vinden alleen plaats bij een dijkdoorbraak. De dijken worden op orde gehouden door de waterschappen Wateroverlast zal veel vaker voorkomen dan overstromingen. Langdurige en/of heftige regenval komt nu vaker voor dan vroeger, net als lange droge periodes. Door de verstening van woonwijken en bedrijventerreinen is het risico van wateroverlast (het water kan niet snel weg) èn van droogte en hittestress groter geworden. Door het nemen van maatregelen in de ondergrond èn door waterbestendig te bouwen en meer groen aan te leggen kan de kans op directe schade en vervolgschade worden beperkt.
In IJVD verband zijn de overstromingsrisico’s in de IJsselvecht-delta in beeld gebracht en er zijn mogelijke oplossingen voorgesteld. Om wateroverlast te beperken zijn in onze gemeente al de nodige maatregelen genomen (onder andere in de riolering). Zo zijn in Hasselt zowel het bedrijventerrein als de Rivierboulevard klimaatbestendig heringericht. Dit jaar is er bovendien een gemeentelijke knelpuntenanalyse gedaan voor de 4 klimaatthema’s (warmer, droger, natter en hoger IJsselmeerpeil), die mede als bouwsteen dient voor de omgevingsvisie. Ook is er een stresstest uitgevoerd voor wateroverlast.
Beide analyses bieden inzicht in de meest urgente risico’s en mogelijke oplossingen.
Landelijk, regionaal en lokaal staat klimaatbestendigheid en waterveiligheid inmiddels op de agenda. Er zijn meerdere overleg- en samenwerkingsverbanden tussen gemeenten, provincie, waterschap, veiligheidsregio, ketenpartijen, onderwijsinstellingen en ondernemers actief dit gezamenlijk de situatie in beeld brengen en kennis en ervaring uitwisselen. Hieraan doet onze gemeente vanuit ontwikkeling en beheer volop mee. Ook biedt de Omgevingswet kansen om klimaatadaptatie als ontwikkelings- en beheerprincipe te borgen in visies, plannen en projecten, net als de thema’s energietransitie en circulaire economie. Door deze klimaatambities mee te nemen in ontwikkelings-, herstructureringsopgaven en in onze beheerplannen voor de openbare ruimte zal de gemeente geleidelijk steeds beter toegerust zijn op de klimaatverandering.

-

Totaal

1.640

Totaal 80%

1.312